Bij het referendum over het Associatieverdrag met Oekraïne waren drie “stemmogelijkheden”, om het maar even zo te noemen.
- Ja stemmen.
- Nee stemmen.
- Niet stemmen.
Ongeacht of de drempel van 30% wordt gehaald, is de meerderheid der stemmers tegen het associatieverdrag. De ja-stemmers hebben het referendum verloren.
De niet-stemmers konden ja of nee stemmen, maar kozen ervoor om niet te stemmen. Deze mensen zijn wat betreft de keuze tussen ja of nee dus neutraal. Voorstanders van het verdrag die niet hebben gestemd moeten hun mond houden want het referendum heeft hun keuze op het stembiljet gezet, dus als zij ervoor kozen om niet te gaan stemmen mogen we hun stem gewoon als neutraal rekenen. Dit zou anders zijn als hun keuze niet op het stembiljet werd gerepresenteerd. Dan was een stemonthouding als protest wel een acceptabel signaal geweest.
Mensen die neutraal zijn tellen niet mee. Want die hebben blijkbaar geen voorkeur voor ja of voor nee. Er kunnen verschillende redenen zijn voor mensen om niet te stemmen. Mensen hebben gewoon geen interesse in de materie; mensen weten het gewoon niet; mensen vinden het een verspilling van tijd omdat ze geloven dat de politieke elite zich toch niets zal aantrekken van de uitslag; et cetera. Uit protest niet gaan stemmen bij tweede kamer verkiezingen is mogelijk, omdat men misschien niet tevreden is over het aanbod aan partijen. Maar hier is sprake van een simpel ja of nee op een specifiek onderwerp. Protest is dus niet in logische zin aanvaardbaar, tenzij je van mening bent dat een land op dictatoriale wijze bestuurd moet worden en dat burgers dus geen inspraak horen te hebben. Ik kies ervoor die mensen hoe dan ook niet serieus te nemen.
Blijft over het ‘ja’ kamp en het ‘nee’ kamp. Op basis hiervan is de doorslaggevende mening van de Nederlandse bevolking dus duidelijk. De regering zal, als het doorgaat met het ratificeren van het verdrag, de meerderheid van de bevolking niet vertegenwoordigen. Aangezien de niet-stemmers “neutraal” zijn, worden die ook niet vertegenwoordigd.
Het merkwaardige is overigens, dat we het hebben over een raadgevend referendum. En dus is het vreemd dat er een drempel van 30% gehaald moet worden, aangezien dat wel of niet halen van die drempel verder weinig een rol zal spelen omdat de politiek de uitslag toch naast zich neer kan leggen als het dat wil. Ook is het vreemd omdat een procent min of meer niets zal veranderen aan de uiteindelijke uitslag. De uitslag bij een opkomst van 29% negeren is in wezen niets anders dan een opkomst van 31% negeren, tenzij de hoeveelheid voor- en tegenstemmen elkaar bijna niet ontlopen.
In aanloop naar een toekomst waar het individu veel meer zeggenschap krijgt over hoe hij zijn eigen leven inricht zonder eerst toestemming te krijgen van de politieke klasse, lijkt het Zwitserse systeem van directe democratie mij een aardige tussenstap. Dat een meerderheid van burgers niet altijd in het belang van het vrije individu handelt en denkt, behoeft geen uitleg. Maar dat een politicus grosso modo NOOIT in het belang van het vrije individu handelt en denkt, staat ook als een paal boven water. Denk alleen al aan het Sinterklaas spelen met Nederlands belastinggeld. Het open gooien van grenzen in aanwezigheid van een verzorgingsapparaat. Het uitleveren van klein(er)schalige autonomiteit aan een supranationaal monster als de EU. “Solidariteit” op kleine schaal wordt “solidariteit” op gigantische schaal. Socialisme op kleine schaal wordt socialisme op grote schaal. Als een EU Rusland tegen zich in het harnas jaagt, zal een Rusland de hele EU ook zien als tegenstander.
Kortom, collectivisme op kleinere schaal wordt collectivisme op grote schaal. Directe democratie is dus altijd een vooruitgang op het soort democratie waar het vergroten van geld, macht, invloed, en vriendjespolitiek vooral goed is voor politici die baat hebben bij het geweldsmonopolie.
Wat mij betreft: op naar het volgende referendum.