Het eerste deel van dit monumentale boek over de koloniale geschiedenis van de pre-Verenigde Staten houdt zich bezig met de periode vlak voor de ontdekking van het Noord Amerikaanse continent, tot aan vlak na het begin van de 18e eeuw. Het boek beschrijft hoe het continent werd ontdekt; hoe en waarom mensen besloten kolonies te stichten; wat de politieke, sociale, economische en religieuze situatie was in de verscheidene kolonies en hoe deze veranderden, vaak onder invloed van de machtswisselingen in het moederland Engeland. Het deel geeft vooral op bijtende wijze aan hoe deze kolonies werden bestuurd door machtswellustelingen die uit waren op economische voordelen en religieuze uniformiteit. Er was dan ook sprake van extreme religieuze vervolging, en van economische corruptie in de vorm van het mercantilistische systeem. Vaak wilden de landeigenaren het liefst het feodale systeem toepassen maar de voortdurende weerstand van de koloniale bevolkingen beperkten dit. Wat vooral in het boek duidelijk wordt is dat een grote hoeveelheid van de normale mensen helemaal niets op hadden met de overheid, met de eliteklassen, en met belastingen en allerlei andere regels. De kolonies leken vaak in een staat van bijna-revolutie jegens de machtshebbers te verkeren. Verder lezen