Een uitstekend artikel van Gale Boetticher, waarin hij duidelijk maakt dat het cultureel Marxisme verantwoordelijk is voor het fenomeen waarbij homorechten alleen verdedigd dienen te worden tegenover blanke, Westerse mensen, maar waarbij het verdedigen van homorechten hopeloos in de knoop komt en de zogenaamde pleitbezorgers ervan als hopeloos hypocriet laat overkomen, als het niet-Westerlingen zijn die homorechten bedreigen.
Het cultureel Marxisme (of neomarxisme), zelf resultaat van het postmodernisme (een verwerping van objectieve waarheid, objectieve wetenschap en de rede die de Verlichting kenmerken, ten faveure van relatieve of ‘persoonlijke’ waarheid, sociale wetenschappen en de emotie) heeft als doel om de Westerse beschaving te ondermijnen en uiteindelijk omver te werpen. Hierbij helpt het dit doel natuurlijk totaal niet om dezelfde maatstaven op niet-Westerlingen toe te passen als die op Westerlingen worden toegepast. Vandaar de dubbele moraal. Dat dit zowel logisch en moreel tegenstrijdig is doet voor de cultureel Marxist niet ter zake, want het heeft de rede verworpen ten faveure van de kritische theorie.
Het doel voor de cultureel- of neomarxist is niet die cultureel egalitaire moraal, maar het omverwerpen van wat wordt gezien als de enige dominante beschaving: het ‘kapitalistische’ Westen. Hierbij zijn rechten van minderheden niets meer dan middelen om in te zetten in deze cultuurstrijd. Het feminisme, de homo-emancipatie, het milieu, anti-racisme, en anti-fascisme zijn allen niets meer of minder dan gespecialiseerde bewegingen binnen het cultureel marxisme; gespecialiseerde bewegingen die slechts selectief voor deze ‘doeleinden’ strijden, daar waar blanke westerlingen de daders zijn.
Het is daarom niet vreemd of onbegrijpelijk als feministen of homorecht-strijders niet ten strijde trekken voor vrouwen- of homorechten in niet-Westerse werelddelen. De vrouw- en homo-emancipatie is namelijk niet het doel maar slechts een middel. De feminist en de homorecht-strijder zijn in werkelijkheid cultureel Marxist; cultuurkritiek is in werkelijkheid niets meer dan Westerse cultuurkritiek. De irrationaliteit die zo deel uitmaakt van het postmodernisme (waaruit het cultureel marxisme dus ook voortkomt) geeft de ruimte aan het idee van cultureel relativisme waarbij alle culturen gelijk zouden zijn, maar desondanks de Westerse cultuur zonder grenzen bekritiseert mag worden en andere niet. Alhoewel deze irrationaliteit de cultureel marxist de ruimte geeft voor zijn cultuurkritiek tegelijkertijd met zijn egalitarisme, geeft het tegelijkertijd aan hoe serieus we de motieven van de ‘feminist’, de ‘homo emancipator’, de ‘anti-fascist’ en dergelijke moeten nemen. Ze ondermijnen met andere woorden hun eigen geloofwaardigheid.
De emotionele uitbarsting van de zogenaamde ‘homo-emancipators’ jegens de rechtse homo-emancipators die een Gay Pride parade in overwegend moslimbuurten wilden organiseren, is gebaseerd op het feit dat hierbij het Westen – dat wil zeggen de Westerse cultuur – niet als slechter of afkeurenswaardiger tevoorschijn zou komen dan andere culturen; iets dat tegen het ultieme doel is van cultureel marxisten. Hierbij tonen laatstgenoemden dus zowel hun tomeloze woede als hun morele hypocrisie.
Want waarom zouden oprechte homo-emancipators zich druk maken over het blootstellen van de anti-homo sentimenten in andere culturen, als het hen inderdaad puur om de homo-emancipatie te doen zou zijn? Antwoord: het is hen NIET te doen om homo-emancipatie, maar om het ondermijnen van het geloof van de Westerling in de morele dominantie van de Westerse beschaving. Het aantonen dat het met de rechten en acceptatie van homoseksualiteit in niet-Westerse culturen nog slechter gesteld is, is exact het tegenovergestelde van wat de cultureel marxist wil. Vandaar de woede.
Het is om die reden dat ‘de’ feminist, de homo-emancipator, de anti-racist, de anti-fascist, de milieustrijder, in de meeste gevallen niets meer zijn dan radicaal socialisten die zich als iets anders voordoen dan ze zijn, en daarom meestal niet serieus te nemen zijn. Aan de gelijke toepassing van hun verontwaardiging zul je hun eerlijkheid en geloofwaardigheid kunnen herkennen. Die gelijke toepassing zul je maar zelden zien; evenals het eerlijk beschouwen van de feiten in de realiteit, in plaats van het creëren van zogenaamde problemen met discriminatie of ‘onderdrukking’ daar waar ze niet zijn.
Het is dan ook daarom, dat als er libertariers lijken te zijn met dit soort progressieve idealen, dat ze met wantrouwen dienen te worden bekeken. De kans is zeer groot dat de ‘social justice warrior’ libertarier (m.a.w. de feministen, homo-emancipators, anti-racisten, milieustrijders e.d. onder de libertariers) in werkelijkheid een cultureel marxistische infiltrant is die de libertarische beweging van binnenuit probeert om te vormen, door de claim dat het libertarisme en de vrijheid alleen kunnen gedijen bij gelijkheidsdenken, diversiteit, tolerantie, en een politiek correctie be- en veroordeling van verkeerde toepassingen van vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van associatie.